Even een museumpje plunderen

Voorzichtig peutert een medewerker van de Heerlense kunstinstelling Schunck* een onderdeel los van het installatiekunstwerk Red Maze.

In Schunck*, het vorig jaar nieuw geopende kunstcentrum in Heerlen, heeft een groep bezoekers een complete museumruimte geplunderd. Op de laatste dag van Stanley Donwoods tentoonstelling Red Maze pakten ze gewoon wat ze pakken konden.

Voetstappen van een meute. Het geluid van ijzeren golfplaten die van de muur getrokken worden. Scheurend papier. Het gekraak van planken die wanden splijten.
In de tentoonstelling met werk van de Engelse kunstenaar Stanley Donwood heerst opgewonden drukte. Dus dit is nou plunderen. Beheerst plunderen, dat dan weer wel. Tegen een donatie ten bate van het in 2001 door de Taliban geplunderde Nationale Museum in Afghanistan, zo bedacht de kunstenaar, mogen de laatste bezoekers van zijn tentoonstelling in Heerlen meenemen wat ze willen.

Vlug waaieren de plunderaars uit over de museumruimte, die ondanks de vele belangstellenden helemaal nog niet vol is. Waar te beginnen? Hier en daar liggen wat resten van de kunstinstallatie, een set kaarten, een krant, een sigaar, champagneglazen. Rode wanden zijn behangen met prints, afbeeldingen van Donwood, die vooral bekend is als de huiskunstenaar van de Engelse rockband Radiohead.
Donwood, donkere kledij en zwart deukhoedje, loopt zelf ook in de tentoonstellingsruimte. Een beetje gespannen slaat hij de boel gade, waar gaat dit op uit lopen? Het zal goed komen, jawel. Niemand is buiten zinnen hier. Iedereen weet wat hij doet. Plunderen. Want de bedoeling van de kunstenaar. Beschaafd gedrag geboden! was de eerste melding bordje met ‘huisregels’ boven de trap. De plunderaars, die eerst een tijdje in een rij hebben gewacht, houden zich er keurig aan.

Even is er nog iets van ingehouden vrees in het gezicht van Donwood, dan zie je hem genieten van de sprong in het diepe die hij gemaakt heeft: het overgeven van zijn werk aan een stelletje fanaten. Af en toe trekt hij zelf ook even aan een hoekje van een van de prints, die hij een dag eerder daar heeft opgeplakt. Na het ‘ijlings in veiligheid brengen’ van wat grote losse schilderwerken gaf hij zo tot besluit de ruimte nog eens een heel ander aanzien.

Na de scheur- en klopgeluiden volgt het gesuis en gezoem van electrische schroefboormachines. Gereedschap is voor bezoekers verboden, maar desgewenst snellen in rode overalls geklede museummedewerkers toe met de benodigde machines. Oorspronkelijk maakte Donwood in Schunck*, ooit Heerlens meest chique warenhuis, een totaal roodgeschilderd doolhof. Het was niet minder dan een omvangrijke driedimensionale collage, een artistieke reflectie in de rauwe vorm van schijnbaar lukraak tegen elkaar gebouwde panelen en planken. Een knalrood, soms vitaal, dan weer groezelig, gangenstelsel van golfplaten en hout. Groteske afbeeldingen en veelzeggende symboliek tonen Donwoods wereldbeeld dat over het algemeen niet los staat van maatschappelijke kanttekeningen. Het totaal doet denken aan kunst van de straat, iets dat op het eerste gezicht zich afkeert van kunst. Overblijfselen van het leven zelf. Een ophoping, een vervaarlijke spuwing van kleur en beeld.
De plundering is min of meer een tegenovergestelde actie. Een culturele omkering. Dat die zich een stuk sneller voltrekt bewees het te niet doen van de collectie van het Afghaanse Museum in Kabul. En toont ook het einde van Red Maze. Na drie kwartier is een record gevestigd: niet eerder was in Heerlen zo snel een tentoonstelling ontmanteld.

De Red Maze plunderactie bracht 622,30 euro op