Met zonder (bot)

‘Zeg. Geen saus vandaag?’
‘Met zonder saus vandaag.’
‘Hm.’
‘Ze zijn toch wel dood?’
‘Huh?’
‘Ik eet geen levende spaghetti’s!’
‘Hoeft ook niet.’
‘Ze bewegen.’
‘Jaaa hoor.’
‘Nee echt, kijk maar.’
‘Wat moet ik zien?’
‘Ze liggen te bibberen.’
‘Dat komt door de bulldozer buiten.’
‘IK VERSTA JE NIET!’
‘DIE BULLDOZER!’
‘OEGH. Die bulldozer maakt zo’n lawaai!’
‘HET HELE HUIS TRILT!’
‘Komt door die SHIT! BULL! DOZER!’
‘Aaah, eindelijk.’
‘Niet te vroeg juichen. Hij begint zo vast wel weer.’
‘Nee. Nee. Nee, die motor stopte wel erg abrupt.’
‘Moet je kijken!’
‘Heb geen zin om uit het raam te kijken, en ik kan er eigenlijk Heel Slecht Tegen, tegen dat lawaai.’
‘Godsamme, moet je nou toch kijken. Kom nou!! Een bot!’
‘Waar?’
‘Daar, in die grijper.’
‘Groot!
‘Een dijbeen of zo, misschien.’
‘Ja, om de Oude Kerk lag ooit een kerkhof.’
‘Hieronder liggen resten van oer-Amsterdammers, oeh, yeah’
‘Of van oer-huisvarkens.’
‘Hè, wat zeg je nou weer.’
‘Nou, ik heb wel eens gehoord dat vroeger de varkens en de mensen samenleefden.’
‘Wat doet die vent nou?’
‘Hij gaat een stukje rijden.’
‘Gezellig, met dat ene bot in zijn grijper… beetje toeren.’
‘Grapjas.’
‘Kijk, hij brengt hem naar die bijgoochem met die schep, die ene die al de hele tijd niks staat te doen.’
‘Apporte, ha ha ha!’
‘Ik vroeg me al af, waarom er zo ontiegelijk veel stratenmakers rondliepen hier…’
‘Ja, en maar erbij staan kijken en niks… huh!?’
‘…èh?!’
‘Scherpe schép!’
‘Zeggu me dat wel. Twee rake slagen: een heel bot in gruzelementen.’
‘En dat allemaal zonder iets te zeggen.’
‘Geoliede actie. De een rijdt aan…
‘…de ander slaat, en klaar is kees.’
‘Aan de straat werken op een voormalige begraafplaats is net kip kluiven: niet moeilijk doen over botjes.’
‘Kijk nu gooit ‘ie de bulldozer leeg.’
‘Zie jij die splinters nog in het zand?’
‘Niet echt, hij gaat trouwens meteen weer verder met egaliseren.’
‘Blijft een teringherrie!’
‘Wat zouden ze denken, die doden onder het Oudekerksplein zijn toch al lang in hun rust verstoord?’
‘Hoe bedoel je?’
‘Die gasten komen allemaal uit Katwijk.’
‘En?’
‘Die vinden het hier een Sodom en GoMORRA!!!’
‘Schreeuw niet zo!’
‘SORRY. Maar dat LAWAAI, my God!‘
‘Rust verstoren, zei je?’