Op een bruggetje in het park lag het bewijs van iets dat geweest was.
Is iets klaar, dan is het ook echt klaar, moet de gedachte zijn geweest. Weg met de schriften, de boeken, het pakje drinken voor tussen de middag. De examens zijn voorbij, en nu ook de herexamens.
Nooit meer naar school!
Wenn alles schläft und einer spricht, nennt man dieses Unterricht.
Leeg die tas.
De fik erin.
Zou het lang gebrand hebben? In de zon blijft het zaakje nog even helverlicht.