Vrijdag visdag. Woensdag gehaktdag. Of Krentenbollendag, kan ook. Zaterdag marktdag. Zondag: niet naar de kerk. Maandag hashtag mondaymotivation. Dinsdag doorkachelen. Woensdag, welja, gehakt halen. Donderdag koopavond.
Morgen weer een dag. Vrijdag. Middag. Borrel. Zaterdag boodschappen doen. Zondag boodschap verkondigen. Maandag bijkomen. Dinsdag op tijd zijn, om te vergaderen. Woensdag vertrekken. Donderdag uitrusten. Vrijdag deadline. Zaterdag doorwerken. Zondag eieren bij het ontbijt. Maandag baaldag. Dinsdag doe maar wat. Woensdag nekpijn. Later: oeh, Zaagmans! Donderdag koopavond. Geen zin meer om eruit te gaan. Vrijdag wasdag.
Morgen weer vroeg dag.