Zullen we nog één dansje?

Als dit, zoals ik in een filmbeschrijving las, het waargebeurde verhaal van ’s werelds bekendste komische duo is, dan is het in ieder geval een heel mooi verhaal. De rollen van de filmiconen worden bijna natuurgetrouw vertolkt door Steve Coogan en John C. Reilly. Vooral Reilly lijkt heel erg op de komiek die hij speelt, maar hoe Coogan Stan neerzet is ook fenomenaal. De acteurs brengen daarmee meteen een schitterend eerbetoon Stan Laurel & Oliver Hardy.

In alle landen heet het beroemde koppel net een beetje anders, overal kregen ze ‘eigen’ namen. In Nederland was het altijd ‘de dikke en de dunne’, in IJsland ‘Steini og Olli’ terwijl in Spanje ‘El Gordo y el Flaco’ op het witte doek verschenen. In Denemarken kwamen ‘Gøg og Gokke’ op, in Zweden ‘Helan och Halvan’ en in Roemenië ‘Stan și Bran’.
De Duitsers deden het ongeveer net als bij ons, waar de mannetjes aangeduid werden met hun uiterlijke eigenschappen, hoewel ‘dik’ de tegenhanger van ‘raar’ werd: ‘Dick und Doof’.
In Italië hadden ze over het algemeen hun in het Italiaanse vertaalde namen ‘Stanlio e Ollio’, wat lijkt op hoe het in Kroatië en Servië klonk: ‘Stanlio i Olio’. In Slovenië werd dat S’tan in Olio’. Vooruit dan maar.
In Italië heetten ze ook wel Cric e Croc. Dat is zelfs qua klank een vrolijke bijnaam. Net als het Poolse Flip i Flap.

De film toont twee mannen die door het leven getekend zijn en ondanks alles vanuit Hollywood naar Engeland en Ierland gaan voor een theatertour, een laatste, om nog een keer samen de top te bereiken. Althans, dat willen ze proberen. Eerst trekken Stan en Ollie langs de theaters, daarna gaan ze een film maken, zo is het idee. Dat dat niet al te makkelijk is, blijkt.

Naar de bioscoop gaan is een goed ‘medicijn’ tegen neerslachtigheid, zo blijkt uit een studie in het British Journal of Psychiatry, althans, dat meldde de Kölner Stadtanzeiger eerder deze week. Het onderzoek waarnaar verwezen wordt heeft trouwens op meer dan alleen film betrekking, het gaat over cultuur in het algemeen, zoals te lezen is op de site cambridge.org en het British Journal of Psychiatry: Conclusions: Cultural engagement appears to be an independent risk-reducing factor for the development of depression in older age. 

Nou, daar past Stan & Ollie ook wel bij, want algemeen cultuurgoed is het zeker. En alles met elkaar heeft een spannende film opgeleverd, hartverwarmend bijna. Apart is ook dat het een beeld geeft van Laurel and Hardy in kleur. Heel sfeervol zijn de scenes op het schip als de acteurs met hun vrouwen op de Ierse zee onderweg zijn. Met die kleur wordt ook gespeeld: ook al komen de jaartallen steeds in beeld, alleen al door de ‘sfeer in de lucht’ weet je om welke periode het gaat.

De wereld is na de oorlog niet meer zwart-wit, alles is veranderd, zo is het publiek bijvoorbeeld gewend geraakt aan de televisie. Maar de act is zó goed dat de zalen uiteindelijk bomvol zitten. Wat er dán nog in de weg zit, is oud zeer. Maar ook dat wordt overwonnen.

Tot het toch allemaal niet verder kan gaan; ook aan mooie dingen komt een einde. Je ne regrette rien, stelt Ollie wanneer zijn vriend bij hem aan bed zit en het een aflopende zaak lijkt. De vriendschap blijkt hecht, en optreden een kwestie van eenvoudigweg nog een keer uit bed stappen. The show must go on.

Als afscheid wordt het publiek op een levendige laatste dans getrakteerd. Hups, daar gaan de twee over het podium, soepeltjes en als vanouds op de beroemde Laurel & Hardy-tune, de heerlijke dance of the cuckoos.


tekst (en dansje): Ilona Verhoeven

 

www.mixedmediasoup.com