De dagelijks te overwinnen uitdaging

Richard Ford te gast op het Internationales Literaturfestival Berlin. Over schrijven en literatuur, over Amerika, verkiezingen en over elke dag opnieuw beginnen. In gesprek met Denis Scheck. Op de achtergrond de schitterende mysterieuze ‘lichtbühnebilder’ van Jakob Mattner.

Richard Ford was te gast op het Internationales Literaturfestival in Berlijn. In zijn nieuwe verhalenbundel die in het Engels de titel Sorry for your trouble heeft, maar in het Duits vertaald is als Irische Passagiere, schrijft Richard Ford over menselijke tekortkomingen. Ondanks hun zwakheden laat Ford ze echter met waardigheid hun beproevingen doorstaan, wat de verhalen enigszins laat verwijzen naar de persoon van de schrijver zelf.

Even had ik erover gedacht toch maar thuis te blijven en niet weer naar het voormalige crematoriumterrein helemaal in Wedding te gaan, maar uiteindelijk vond ik het idee aanwezig te zijn bij een exclusieve sessie beeldbellen met Ford te aanlokkelijk. Interviewer van dienst was Denis Scheck, op Marcel Reich-Ranicki na waarschijnlijk de beroemdste televisiepresentator in Duitsland als het gaat om literaire aangelegenheden. Zowat iedere grootheid heeft hij als gesprekspartner tegenover zich gehad, en ook Ford en Scheck zijn geen onbekenden voor elkaar, hun eerste contact gaat zeker dertig jaar terug, zo onderstreepte de Amerikaanse schrijver al aan het begin van het gesprek.

Een gespreksbegin dat overigens niet geheel vlekkeloos begon. De festivalorganisatie had na een aantal dagen nog steeds geen soepelheid in het aanleggen van de livestream, zo bleek, en toen Ford aangaf niets te verstaan, of nou, alleen telkens het vierde woord, maakte Scheck, geroutineerd presentator als hij is, aanvankelijk nog een grap – “Ach, dat is zo ongeveer wat de lezers van mijn boekrecensies altijd meemaken.”

Een goedlopende verbinding vraagt kennelijk tijd – overigens moest het publiek ook al wachten om de de zaal in te gaan vanwege dit probleem – maar op het moment dat het zo lang duurt dat zowel interviewer als gast wat hulpeloos worden, stelt Ford voor te bellen, omdat hij ‘wel een telefoon heeft’, weliswaar ouderwets, maar het zou kunnen werken?

Een man uit het publiek roept prompt dat hij het ‘telefoonnummer van Richard’ heeft en springt op het podium. Het blijkt de directeur van het festival te zijn, te herkennen aan het onafscheidelijke wijnglas in de hand, en een duidelijke weerzin tegen het in Duitsland momenteel alom gedragen mondkapje.

Dan breekt gelukkig het geluid door.

Wat volgt is een geanimeerd gesprek tussen twee mannen die inderdaad op elkaars golflengte zitten, het blijkt dat Scheck ook al eens op bezoek is geweest bij Ford, in zijn huis in Maine.

Een scala aan gespreksonderwerpen passeert in ruim een uur de revue. Het gaat natuurlijk over Corona, wat de reden is dat de schrijver niet zelf aanwezig is in de Duitse hoofdstad, waarbij hij opmerkt dat hij al dertig, veertig jaar aan ‘social distancing’ doet; als schrijver ben je veel alleen, hoeveel mensen ontmoet je op een dag? Over anderen ontmoeten gaat het ook. “Ik doe mijn best om in gesprek te komen met mensen die het niet met me eens zijn, ook al lijkt dat een vorm van tijdverspilling.” Dat Trump president is geworden, zit hem zo dwars dat hij er vrijwel meteen over begint. “Ieder land krijgt de leider die hij verdient”. Denis Scheck reageert op milde toon: “Is dat zo, Richard Ford verdíent dit toch niet?”

Ford kijkt geamuseerd en geeft toe dat hij zich er niet bij neergelegd heeft. “Ik ben gestopt met te denken wat we hadden kunnen doen, ik wil beter kunnen oordelen over mijn land, ik vraag me af wat we nú kunnen doen, als kiezers, als patriots.” Dat collega-schrijver Paul Auster die afgelopen week een actie begonnen met zo’n honderd andere auteurs om zich gezamenlijk uit te spreken tegen Trump, hem niet benaderd heeft, verbaast Ford zelf ook, terwijl ze toch op goede voet met elkaar staan. Ford blijft in ieder geval hoop houden dat de huidige president niet herkozen wordt, “maar als Trump wordt gekozen, dan ben ik nog altijd een Amerikaan, de tegenstellingen zullen niet weg zijn.” Korte stilte. “Maar deze man wil ik gewoon niet meer.”

Ford schrijft over wat hij zelf noemt ‘mixed persons’, er zijn altijd meerdere kanten aan mensen, zijn personages zijn niet grappig, maar serieus kun je ze ook niet nemen. En hoe zit het met de schrijver zelf, wat begrijpt Richard Ford van zichzelf na al die duizenden uren schrijven in zijn eentje? “In 1968 begon ik met schrijven en nog altijd is er een sterkte angst om het verkeerd te doen, nog altijd ben ik bang om te mislukken, maar dat houdt me ook op de been, it get’s me going.” Terloops benoemt hij iets waar iedere schrijver mee van doen heeft: “De boeken die je schrijft worden gelezen door mensen die je niet kent.” Hij staat er niet meer bij stil. “Het is oké om je leven lang bezig te zijn met dingen die je merendeels voor anderen doet.”

Kan Ford schrijven onder druk, vraagt Scheck vervolgens – altijd een interessante kwestie, want ja, hoe erg is de deadline? “Wat geschreven moet worden, moet geschreven worden”, reageert Ford laconiek. “Een big deal is dat niet echt, met niets anders te doen.”
Daarbij, de deadline is misschien zelfs wel handig, wanneer zou je je werk anders af moeten hebben.

Dat hij nooit kinderen heeft gekregen, spijt de schrijver niet. “Ik zou geen goede ouder zijn geweest, ik ben ongeduldig, op mezelf gericht en niet consequent.” Dat brengt het gesprek weer op Fords houding ten opzichte van het schrijven, en wat William Faulkner voor hem betekend heeft. Hij gaf hem een gevoel van permission: “Je kunt dokter zijn, of advocaat of verzekeringsagent, en daar in Missisippi hing ook iets anders in de lucht, de notie dat er mensen zijn die schrijven, dat ook dat absoluut in orde was als levensinvulling.”

Niettemin ziet hij het schrijven als een dagelijks te overwinnen uitdaging. “Ik verlies iedere morgen opnieuw mijn vertrouwen.” Het enige wat je kunt doen, is aan de slag gaan, zegt hij erover. “Ik faal liever door iets te hebben geschreven, dan dat ik het níet gedaan heb.”

Het plezier straalt ervan af als hij vertelt over wat hij doet, maar wie denkt dat het schrijven voor Ford er na al die jaren makkelijker op is geworden, door ervaring of wat dan ook, komt bedrogen uit. Het blijft hard werken.
Ford schrijft dan ook alsof zijn leven ervan af hangt en houdt naar eigen zeggen nooit iets achter de hand. “Je moet alles geven, jezelf legen, het kan het laatste boek zijn dat ik schrijf”, legt hij uit, om er beslist aan toe te voegen: “Het is geen beroep voor me, het is een roeping.”

Denis Scheck knikt, het uur is om. Dankjewel, Richard Ford, dat je je over hebt gegeven aan je roeping. Tevreden verlaat de beroemde Duitse moderator samen met alle aanwezigen de zaal, zichtbaar nagenietend van een plezierig gesprek waarbij de schrijver zo aanwezig was dat je bijna vergat dat hij niet in Berlijn was maar gewoon in zijn werkkamer in Maine.


© tekst en foto: Ilona Verhoeven
http://www.mixedmediasoup.com